<

Rijnsburgerweg 142-144

Rijnsburgerweg 142, Leiden

Omschrijving

Het pand is  een gemeentelijk monument. De navolgende tekst is ontleend aan het Erfgoedregister.

Dubbel woonhuis naar een ontwerp uit 1915 van de Leidse architect H.J. Jesse (1860-1943) in opdracht van dhr. P.J. Verhoog uit Leiden. Het pand is in ca. 1916 opgetrokken in sobere, eclectische stijl. De gevel heeft een symmetrische opbouw bestaande uit twee identieke gevels, vrijwel spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar. De enige uitzondering op de spiegelbeeldigheid bestaat hierin dat de twee vensters tussen de voordeuren van nr. 142 en 144 behoren bij het pand Rijnsburgerweg 142. Hierachter bevindt zich de eetkamer van nr. 142. Het pand staat geheel vrij met aan de rechterzijde tussen nr. 144 en de stoep een smalle strook tuin. Aan de voorzijde hebben de huizen een voortuin van ca. tien meter diep. Voor nr. 144 aan de straat een smeedijzeren tuinhek uit de bouwtijd. Pand op rechthoekige grondslag opgetrokken in rode baksteen bestaande uit drie bouwlagen onder twee naast elkaar liggende schilddaken, gedekt met rode geglazuurde Tuiles du Nord. In de dakvlakken bevinden zich twee daklichten ten behoeve van de lichtinval in de trappenhuizen. Op de nokken een aardewerken piron. Van oorsprong hebben alle grote vensters in het bovenlicht een roedeverdeling met onbewerkt glas. Alleen bij nr. 142 is deze op de begane grond verdwenen.

Boven alle rechtgesloten gevelopeningen ligt een brede, gepleisterde latei met daarop een rollaag. Alle vensters hebben lekdorpels bestaande uit groen geglazuurde tegels. De voorgevel (NO) bestaat uit ter weerszijden een fors uitspringend risaliet over de onderste twee verdiepingen. Boven de risalieten een topgevel met een steekkap, gelegen in hetzelfde vlak als het geveldeel tussen de risalieten. De risalerende geveldelen zijn naar het midden van het pand afgeschuind. Voor het middelste geveldeel loopt, in hetzelfde vlak als de risalerende delen, een houten balkon. Boven het balkon een met pannen gedekt afdakje. Op de begane grond in de risalieten een breed zeslichtsvenster, in nr.142 is de roedenverdeling van de bovenlichten van dit venster niet meer aanwezig. In de schuine zijkant van het risaliet een smal venstertje. Naar het midden van het pand toe, in het terugliggende geveldeel, een deur met een rondboogbovenlicht. Daarnaast een rondboogvenster. Op de scheiding van de twee woningen is onder het balkon een zware console gemetseld. Het balkon rust op een zware onderslagbalk met daarop een geprofileerde lijst op klossen. Het balkon heeft een eenvoudig houten hek. Op de verdieping in de risalieten twee grote H-vensters, onder een doorlopende latei. Naar het midden in het schuine geveldeel een smal venstertje. In het terugliggen geveldeel bevindt zich een rondboogkozijn met openslaande deuren onder een gebogen kalf. Daarnaast een rondboogvenster.

Op de scheiding van de twee woningen op het balkon een aan de bovenzijde kwartrond gemetselde scheidingsmuur. Op de beide vooruitstekende geveldelen is een balkon met een gemetselde borstwering gedekt met groen geglazuurde tegels. In de borstwering twee ovale openingen. In de topgevel een ondiepe, recht afgesloten loggia met daarin een kozijn met openslaande deuren met bovenlicht en zijvensters met bovenlicht. De loggia van nr. 142 is waarschijnlijk gereconstrueerd en heeft daarbij een achterliggende pui met nieuwe invulling gekregen. Naar het midden twee lage stolpvensters. Door het met pannen gedekte afdak boven het balkon maakt dit geveldeel de indruk van een dakkapel. In de geveltop een klein ovaal venster. De gehele gevel, ook de topgevel, wordt afgesloten met een kroonlijst op klossen. De rechter zijgevel (NW) is geheel grijs gepleisterd. Over de gevel verspreid bevinden zich vier verschillende, kleine vensters met draairaampjes. Tussen beide kappen en boven de rechter zijgevel twee opgemetselde schoorstenen. De achtergevel van beide huizen heeft op de begane grond aan de buitenzijde van de gevel een groot kozijn met openslaande deuren en zijvensters met bovenlicht. Op de verdieping springt het geveldeel boven het kozijn met de tuindeuren ca. 1 meter terug zodat voor de gevel een balkon op het dak van de begane grond ontstaat. Op de verdieping weer een groot kozijn met zijvensters met bovenlicht, daarboven een gemetselde strekkenlaag. In het niet-terugspringende geveldeel een T-venster, eveneens met strek. In de tweede verdieping in beide geveldelen een T-venster. De gevel wordt afgesloten met een eenvoudige lijstgoot.

Waardering

Dit pand, naar een ontwerp uit 1915 van de Leidse architect H.J. Jesse (1860-1943) is een goed voorbeeld van twee gespiegelde woonhuizen in een sobere eclectische stijl. Het pand is zorgvuldig afgewerkt en gedetailleerd. Beide woonhuizen vormen een niet te scheiden eenheid. Het pand is een waardevol onderdeel van de voor Leiden belangrijke reeks grote woonhuizen aan de Rijnsburgerweg uit de periode 1880 – 1940.

Bijzonderheden

Bouwjaar

1915

Opdrachtgever

P.J. Verhoog

Bouwtekeningen

Bestek

Foto's

Overige links