Rijnsburgerweg 14 -18
Drie woonhuizen
Omschrijving
De panden op nrs 14, 16 en 18 zijn gemeentelijk monument. De navolgende tekst is ontleend aan het Erfgoedregister.
Woonhuis, hoekpand, deel uitmakend van een rij woningen met dezelfde architectuur (nummer 14 t/m 24), gebouwd tussen 1903 en 1906 naar ontwerp van de Leidse architect H.J. Jesse. Het pand heeft een bakstenen lijstgevel en bestaat uit twee bouwlagen en een zolder onder een zadeldak en een tentdak. Het linker deel van het pand bestaat uit een driekantig bouwdeel. Het pand heeft een gezamenlijke gootlijst en kap met de buurpanden. De gevel heeft op de begane grond van links naar rechts drie schuifvensters met kalf en roedeverdeling in de bovenramen, een boogkozijn met paneel-/glasdeur met roedeverdeling in het bovenlicht en twee schuifvenster met kalf en roedeverdeling in het bovenraam. De gevel stulpt hier in een ronde vorm naar buiten. Boven de vensters zijn lateien aangebracht, onder de vensters groen geglazuurde dubbele afzaten. Op de eerste verdieping heeft het pand samen met het buurpand een balkon met houten hek, rustend op consoles. Verder heeft de eerste verdieping van links naar rechts drie schuifvensters met kalf en roedeverdeling in de bovenramen, een deurkozijn met getoogd kalf en glasdeuren met roedeverdeling in het bovenlicht, en een schuifvenster met kalf en roedeverdeling in het bovenraam. Boven de vensters zijn lateien aangebracht, onder de vensters groen geglazuurde dubbele afzaten. De gevel heeft een sober geprofileerde gootlijst op consoles. In het dakvlak zijn twee dakkapellen aangebracht, één in het tentdak en één in het schilddak. De linker dakkapel heeft dubbel openslaande ramen, de rechter een tweedelig kozijn met openslaande ramen en roedeverdeling in de bovenlichten. Het dak is gedekt met gesmoorde kruispannen en heeft een piron. Voor het pand is een 2-steens gemetselde tuinmuur met ijzeren stang aangebracht.
Waardering
Dit pand past goed in en is een goed voorbeeld van de Leidse bouwstijl van het begin van de twintigste eeuw. Het is van de hand van de Leidse architect H.J. Jesse (1860-1943), die veel invloed had op het Leidse bouwen. Dat het pand van de hand van Jesse is, is af te leiden uit enkele typische kenmerken van Jesses stijl, zoals de dubbele afzaat onder de vensters en de roedeverdeling in de bovenramen. Het pand vormt een architectonische eenheid met de buurpanden en is gaaf. De driekantige bouwdelen en de ronde bouwdelen op de begane grond zorgen voor een levendige architectuur. Het getoogde kalf van het deurkozijn op de verdieping heeft een toevoegende waarde.
Bijzonderheden