Op zoek naar zijn leermeester
‘Wat zou het prachtig zijn als de Dictionnaire Raisonné de l’Architecture française van Eugene Viollet-le-Duc eens in je boekenkast terecht komt, maar vooraf hoop ik te vernemen dat je ontwerp voor een tuinkoepel bekroond is,’ schrijft zijn vader Jan Jesse, apotheker in Zaltbommel in mei 1881. Geen brief gaat voorbij of zijn zoon Hendrik krijgt een aansporing in toch vooral een vakman te worden. Wie werd zijn inspirator?
De Dictionnaire beschrijft voor een breed publiek in 5000 pagina’s en talloze houtsneden de principes van de middeleeuwse architectuur. Viollet-le-Duc betoogt dat elke vorm die niet door de constructie wordt aangegeven, moet worden afgewezen. Geen enkel element is nutteloos en dat spreekt de 21-jarige architect-in-wording tot verbeelding. Maar dit meesterwerk uit 1868, vier maal herdrukt, is ver boven zijn budget. Daarom geeft hij zijn broer Roelof opdracht in oktober op een Leidse boekenveiling Précis des leçons d'architecture données à l'École Polytechnique aan te schaffen. Die kost 80 cent. Professor Jean-Nicolas-Louis Durand zet in het revolutionaire Frankrijk van 1795 hierin het architectuur-onderwijs op zijn kop zet met een sterk rationele benadering. Trek je zijn manier van modulair denken door, dan kom je uit bij het moderne pre-fab bouwen.
Hendrik's zelfstudie van boeken over architectuur is de voorbode van zijn studie aan de Polytechnische School in Delft (1882-1884). Daar krijgt hij college van de eerste Nederlandse hoogleraar bouwtechniek Eugen Gugel. Het Leitmotiv van deze Duitser: de toekomst is aan een rationele karaktervolle bouwkunst.
De ijverige Hendrik Jesse kan op de sympathie van Gugel rekenen. Hendrik wordt toegelaten tot het selecte architectenzaaltje waar o.a. Joseph Cuypers (de zoon van Pierre, ontwerper Rijksmuseum en Amsterdam Centraal) zit. Als Hendrik´s studie erop zit, komt hij Gugel snel weer tegen. In 1885 leest hij instemmend het juryrapport over zijn ontwerp van de nieuwe Hervormde in Katwijk: ‘Even eenvoudig als doeltreffend, in de goede verhoudingen, in de juiste stijl, een harmonisch geheel, sober doch waardig en in overeenstemming met de omgeving en zijn functie.’ Het leest als een kopie van zijn collegeaantekeningen bij Gugel, niet toevallig ook voorzitter van de jury.
Gugel neemt de kerk op in zijn standaardwerk over de Geschiedenis van de Bouwstijlen. Op zijn beurt schenkt Jesse Gugel voor diens jubileumalbum een prachtige tekening van de Leidse sociëteit Minerva, ooit ontworpen door Gugel. De tekening treft u vandaag op de muur aan de rechterzijde van de sociëteit.