<

Boerhaavelaan 8 – 14

Omschrijving

De panden zijn gemeentelijk monument. De navolgende tekst is ontleend aan het Erfgoedregister.

Beschrijving van het complex

Rij van vier woonhuizen uit 1909 van de hand van de architecten H.J. Jesse en W. Fontein met rode bakstenen lijstgevels. Het complex bestaat uit drie bouwlagen en heeft een plat dak. Elk pand heeft op de eerste en tweede verdieping balkons, die verticaal met elkaar verbonden zijn. Boven de balkons van de tweede verdieping zijn schilddaken aangebracht. Elk pand heeft op de tweede verdieping ook een loggia. Het complex is symmetrisch en kan op de centrale middenas gespiegeld worden. De buitenste woonhuizen (nummer 8 en 14) hebben een ingangspartij onder een rechte latei, de middelste panden (nummer 10 en 12) hebben een ingangspartij onder een rondboog. Onder de vensters op de begane grond en verdieping is een dubbele lekdorpel aangebracht van groen verglaasde baksteen. Beschrijving per pand Boerhaavelaan 8 heeft op de begane grond een taps toelopend portiek onder een gepleisterde, betonnen latei. In de portiek is een kozijn aangebracht met paneeldeur en bovenlicht en zijlichten met roedeverdeling. Naast de ingangspartij is een driekantige erker aangebracht met in elk vlak een venster met ongedeeld onderraam en bovenraam met roedeverdeling. Boven de vensters is een gepleisterde, betonnen latei aangebracht. De eerste verdieping heeft een venster met ongedeeld onderraam en bovenraam met roedeverdeling onder een gepleisterde, betonnen latei. De erker van de begane grond doet dienst als balkon op de eerste verdieping. In de gevel is een driedelig kozijn aangebracht: in het midden bevinden zich twee openslaande glasdeuren met bovenlichten met roedeverdeling, aan elke kant daarvan een venster met ongedeeld onderraam en bovenraam met roedeverdeling. Op de erker zijn kolommen gemetseld die doorlopen in het balkon van de tweede verdieping. Ook hier heeft de gevel een driedelig kozijn met in het midden twee openslaande glasdeuren met bovenlichten met roedeverdeling en aan elke kant daarvan een venster met ongedeeld onderraam en bovenraam met roedeverdeling. Boven het balkon is per twee panden een schilddak aangebracht dat steunt op houten kolommen. Dit dak is gedekt met leien. Naast het balkon is een loggia onder een rondboog aangebracht met een deurkozijn met glasdeur en bovenlicht met roedeverdeling. Het vlakke gedeelte van de gevel heeft twee penanten die uitsteken boven de sober geprofileerde, houten gootlijst op consoles.

Waardering

Deze panden uit 1909 zijn kenmerkend voor de architectuur rondom de eeuwwisseling en zijn ook kenmerkend voor de bouwstijl van Jesse uit het begin van de twintigste eeuw. Het gebruik van baksteen in combinatie met groen verglaasde baksteen, de dubbele lekdorpels en het beton voor de lateien is kenmerkend voor zijn ontwerpen. De bijdrage van Fontein aan dit ontwerp blijkt uit de daken boven de balkons van de tweede verdieping. Deze panden zijn als eerste aan de Boerhaavelaan gebouwd en vormen een architectonische eenheid. Het complex is symmetrisch van opzet: de panden kunnen gespiegeld worden op de centrale middenas. Bijzonder aan de architectuur is de plasticiteit van de gevel: de gevels werken in de diepte door de terugliggende ingang en de loggia op de tweede verdieping, maar stulpen ook naar buiten door de erker, de balkons en het dak. Elk pand individueel krijgt een sterke verticale geleding door het aan elkaar verbinden van de erker en de balkons door de kolommen. De panden zijn bijzonder gaaf.

Bijzonderheden

Bouwjaar

1909

Opdrachtgever

onbekend

Bouwtekeningen

t35.2

Bestek

Foto's

Overige links